Vis als
volksvoedsel jubileert
door Hans Piët
DEN HAAG - Het
blijft wonderlijk, dat het tot 1915 heeft geduurd, voordat vis ook regelmatig op
het bord van de gewone man terecht kwam. Tot die tijd was het een delicatesse, vooral voorbehouden aan mensen met geld.
"Vis eten is een kostbare zaak. Voor katvis betaal je een kaviaarprijs",
concludeert de sociaal-democraat Leendert Hoejenbos (38) wat somber tijdens een
Haagse gemeenteraadsvergadering in februari 1914. "Hierdoor is de smaak
van bijvoorbeeld schelvis bij duizenden Hagenaars onbekend".
Wie de statistieken uit die periode bekijkt, verwacht een
heel ander verhaal. De cijfers onderstrepen de status van Nederland als een land van vissers. Zo blijken de Noordzee en de Zuiderzee jaarlijks goed voor de vangst van
zo'n 20 miljoen kilogram vis. Ruim voldoende om de meeste Nederlandse monden,
tegen een schappelijke prijs, te vullen, zou je denken. Ook omdat de visser met
die vangst geen wereldsalaris verdient. Hij krijgt (in 1913) gemiddeld 19,2
cent per kilo. Dat komt omdat de prijs van horsmakreel rond de 3 cent per kilo ligt. Spiering
brengt 2 cent op, bot 14 cent en schol 25 cent per kilo. Dezelfde
statistieken geven echter aan dat 62 procent naar het buitenland wordt
geëxporteerd met Berlijn, Brussel, Parijs en Londen als belangrijkste
ankerplaatsen. Het jaarverslag uit IJmuiden (een belangrijke vissersplaats in
die periode) verklaart dat in 1914 met: 'Duitsland is bereid om meer geld uit te geven dan Nederland voor het 'Hollandse zeebanket'. Hier zien we opnieuw
een verdere daling van de visverkoop'.
"Is ons volk nu werkelijk zo afkerig van visgebruik?".
Joseph Bottemanne (40), hoofdinspecteur der zeevisserij, gelooft er niets van.
Reden om onderzoek te doen met een lijvig rapport in februari 1914 als
resultaat. Een van de conclusies luidt: 'de voedingswaarde van vis is van
dien aard, dat uitbreiding van het gebruik aanbeveling verdient'.
Na het lezen komt het Ministerie van Binnenlandse
Zaken direct in actie. Bij het leger start een proef met vis als voedingsmiddel.
De middagmaaltijd bij de garderegimenten Grenadiers en Jagers bestaat in het vervolg
uit kabeljauw. Tevens krijgen de Gedeputeerde Staten in alle provincies het
verzoek de aandacht der gemeentebesturen te vestigen op het rapport. Het gebruik van vis in Nederland dient sterk te worden bevorderd. Elke gemeente mag zelf
bepalen op welke manier zij de vis wil laten uitgroeien tot volksvoedsel. Een
van de resultaten is, dat in 1915 het Centraal Bureau voor den Afzet van
Visscherijproducten wordt opgericht.
Snelle stappen
Niemand kan ontkennen, dat de Eerste Wereldoorlog (1914 -
1918) heeft bijgedragen aan snelle stappen in de goede richting. Zo legt Christiaan
Cornelissen (50), als voorzitter van een combinatie van werkliedenorganisaties,
in april 1915 aan de Haagse gemeenteraad uit, dat vlees thans door de
arbeidende stand als weeldeartikel wordt beschouwd.
"Menige inwoner kan er
slechts spaarzaam gebruik van maken", betoogt hij. "Door het
ingetreden oorlogsbestand stijgen de prijzen van vlees tot ongekende hoogte".
Situatietekening van de plaats waar
de 'Kiosk voor de verkoop van visch' op het Newtonplein moet komen. Tekening: Haags Nieuws Bureau.
|
Vervolgens houdt hij een warm pleidooi voor het verkrijgbaar
stellen door de gemeente van vis als volksvoedsel. Daarbij kan hij het niet
laten de gemeenteraadsleden nog even fijntjes te wijzen op een plan uit 1913.
In die periode pleit hun collega J.J. Verburg (Katholieke Staatspartij) voor de
bouw van een nieuwe vismarkt tussen de Twentstraat en Kortenbosch, in het
centrum van de Residentie. Die nieuwbouw wordt ingegeven door de praktijk dat
vis snel bederft. Een goede en vooral hygiënische inrichting voor het verhandelen
van grote partijen, maar ook voor de geringere verkoop aan particulieren, is
dus essentieel en is in Den Haag niet aanwezig. De bestaande markt is een
smerig zooitje. Verburg wil tevens viswinkels met koel- en ijsinrichtingen, die bovendien
telefonisch bereikbaar zijn waardoor vragen van hotels, restaurants en
particulieren dadelijk kunnen worden bevredigd. ''Anders krijg je, wat onlangs gebeurde,
namelijk, dat een aantal vrachtwagens met haring, uit Scheveningen afkomstig,
naar de vuilnisbelt moet omdat de aanvoer op dat ogenblik te groot was en een
geschikte gelegenheid tot dadelijke verkoop ontbrak", aldus Verburg.
"Met een goed functionerende vismarkt kun je duurdere vissoorten aan koopkrachtiger publiek slijten, terwijl
ook de man met de kleine beurs er iets van zijn gading zal vinden. Hij kan voor
6 tot 8 cent per pond terecht en bij overvloedige aanvoer zelfs voor minder".
Ook Den Haag laat, begin vorige eeuw, zien over een zeer
beperkt aantal viswinkels te beschikken. Omdat de waar heel snel onverkoopbaar
is, wagen middenstanders zich er liever niet aan. Doen ze het wel, dan kiezen
ze voor een kleine voorraad. Om daar vervolgens enige winst op te maken, moet
het tegen een hoge prijs over de toonbank. En dat is geen stimulans om vis tot
volksvoedsel te transformeren.
De voorkant van de houten kiosk. Tekening: Haags Nieuws Bureau. |
Na de oproep van het ministerie gaan de verschillende
gemeenten aan het werk. Uitgangspunt is de vis per gewicht en tegen een vaste
prijs aan te bieden. Om de toonbankgang verder te stimuleren, wordt de koper
een beknopte handleiding voor het bereiden geboden. In een poging de prijs zo
laag mogelijk te houden, stelt de Vereeniging van Kleine, Stedelijke en
Plattelandsgemeenten voor de vis groot in te kopen en tegen inkoopsprijs te
bestellen bij het Centraal Bureau voor den afzet van Visscherijproducten. Een
groot aantal gemeenten omarmt het plan. Dat dit niet altijd goed afloopt,
blijkt op een dag in Wassenaar. De in IJmuiden opgekochte vis wordt nauwelijks
verhandeld. Gelukkig biedt een groep welgestelde ingezetenen redding. Zij kopen
de partij op, waardoor de gemeentebegroting sluitend blijft, en delen de vis
uit aan behoeftige dorpsgenoten.
Kiosk
Den Haag roept bij het uitwerken van haar plannen de hulp
in van het Centraal Bureau voor de Zeevisscherij, dat in de stad is gevestigd.
Zij is bereid de verkoop op zich te nemen. Om op te vallen in het straatbeeld wordt
een 'kiosk voor de verkoop van visch' ontworpen. De uit hout opgetrokken behuizing
(van 3.25 bij 2.70 meter) komt op een negental plaatsen in de Residentie te
staan. "We kiezen daarbij bewust voor volksbuurten", aldus
burgemeester Herman van Karnebeek ,
"zoals op het Newtonplein, de Brouwersgracht, Vaillantlaan en het Paul
Krugerplein. De prijs van de verse vis, die dagelijks op een raambiljet in de kiosken is af te lezen, zal rond de 16
cent per kilo liggen. Ik denk dan aan vissoorten als de kleine schelvis,
wijting, haring, schol, rog en schar. Het bureau staat garant voor de
kwaliteit".
De burgemeester is er als de kippen bij om te verklaren,
dat het bureau niet over de nodige fondsen beschikt om de kiosken te
financieren. "De gemeente zorgt voor het oprichten en het beschikbaar stellen.
De bedoeling is ze aan de exploitant te verhuren of te verkopen".
Of de kiosk een lang leven beschoren is, weet de
Echt winstgevend bleek de viskiosk niet te zijn. Tekening: Haags Nieuws Bureau. |
maatregel. Zo is ook niet te zeggen
hoelang het Centraal Bureau voor de
Zeevisscherij erbij betrokken zal zijn".
Het plaatsen levert geen problemen op. Binnen een maand is er toestemming van Bouw- en Woningtoezicht, waardoor op 28 juni 1915 de eerste kiosk de stad siert.
Nu, honderd jaar later, kan worden opgemerkt, dat die
viskiosk geen blijvertje was. Hij is nergens in Den Haag meer terug te vinden,
al is de visverkoop middels een kraam niet helemaal verloren gegaan. Een troost
is misschien, dat de geschiedenis aangeeft hoe razend moeilijk het is om van zo'n
kiosk een echt succes te maken. Een sprekend voorbeeld is de viskiosk, die was terug
te vinden op het Sumatraplein. In de zomer van 1929 besloot de exploitant zijn
huurovereenkomst met de gemeente niet meer te verlengen. Reden, ondanks een
goede omzet, leverde de kiosk een jaarlijkse verliespost op van zo'n 2165 gulden.
Wel een blijvertje is de vis. De cijfers geven aan, wat
Joseph Bottemanne al dacht: we zijn liefhebbers, al ging daar een aarzelende
start aan vooraf. Cijfers tonen hoezeer de verschillende vissoorten voldoen als
volksvoedsel. Zo werd er vorig jaar 47 miljoen kilo omgezet. Met gerookte zalm
als favoriet.
© Haags Nieuws Bureau 2015
© Haags Nieuws Bureau 2015